Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook maakte hij [17]een voorhuis voor den troon, alwaar hij richtte, tot een voorhuis des gerichts, dat met ceder bedekt was, [18]van vloer tot vloer. 17. Namelijk, binnen Jeruzalem, voor aan zijn huis, zeer bekwaam voor het volk, hetwelk ten gerichte verscheen, om aldaar tegen het ongemak des weders bewaard te worden. 18. Dat is, van het ene einde van den vloer tot het aan het andere. Eenigen verstaan dit van de muren of wanden, te weten, dat zij met ceder beschoten zijn geweest, van beneden aan den vloer tot boven aan de zoldering, die mede een vloer is.